De geschiedenis van het schip

Op 1 maart 1905 wordt het stalen klipperschip Johanna Hendrika ingeschreven ten kantore der scheepsbewijzen te Leiden. Eigenaren zijn de gebroeders Gerrit en Dirk Stavast, schippers uit Oudshoorn (ZH). Zij hebben het schip voor eigen rekening laten bouwen bij de werf “De Dageraad” (Wed J.Boot) te Woudbrugge (ZH). Volgens eigen schatting meet het schip 130 ton. Aldus begint de geschiedenis van deze klipper. De werf waar zij gebouwd is, stond bekend om de snelle klippers die er gebouwd werden.

 

Gebakken stenen

De Johanna Hendrika begint haar carrière als zeilend vrachtschip en vervoert voornamelijk gebakken stenen vanaf de steenfabrieken aan de diverse rivieren in Nederland.

In 1922 wordt het schip verkocht aan schipper Dirk Gijsbrecht van Breda te Beusekom (Gelderland). Hij vernoemt het schip naar zijn zoon Albert. Schipper van Breda vervoert ook voornamelijk gebakken stenen vanaf de steenfabrieken in de buurt van Arnhem.

 

Ten onder

De familie Breda beleeft in 1944, tijdens de 2e wereld oorlog, een hachelijk avontuur.

Voor de veiligheid verliet de familie van Breda in oktober 1944 het schip en roeiden ’s nachts naar de overkant, waar het al bevrijd gebied was. Zij werden daar geëvacueerd en verbleven tot ver na de oorlog in Maasbommel. Na de oorlog kwam het schip boven water en was volkomen onbewoonbaar, tot groot verdriet van schipper Dirk en zijn vrouw Geusje, die samen vanaf hun trouwdag in 1914 tot 1944 op hun vrachtzeilschip hadden gevaren.
 In die tijd had men natuurlijk nog lang geen internet, maar,  zo vertelt kleindochter Annemiek: “als zij hadden geweten dat hun “goeie ouwe schuit” daarna nog zo mooi opgeknapt zou worden en nog zo veel leuke bestemmingen zou hebben gekregen, dan zouden zij dat prachtig hebben gevonden!”.

 

Een tweede leven

Na de oorlog wordt het schip door Van Breda gelicht en verkocht aan de Rotterdamse Scheepsmakelaar Albert de Koning. Deze bouwt het schip om van zeilend vrachtschip naar motor vrachtschip.

In 1950 wordt het schip als motorklipper verkocht aan een schipper te Oude Tonge, onder de nieuwe naam Nova Cura. Vanaf dat moment verandert het schip diverse malen van eigenaar. Door de motorisering van het schip wordt de lading zeer verschillend en het vaargebied verruimd door heel Nederland. In de jaren 70 van de vorige eeuw komt het schip in gebruikt als woonschip. Rond 1982 ligt het schip als zodanig aan de Emmakade te Leeuwarden.

 

Een varend vakantiehuis

In 1991 komt het schip in handen van mevrouw Roswitta Bockholt die het schip ombouwt tot zeilend passagiers schip. Deze functie behoudt het schip tot 2003, het jaar waarin Robert Rinzema, havenmeester te Leeuwarden, het schip koopt. Hij woont op het schip en gebruikt het voor Bed and Breakfast en korte zeiltrips met passagiers.

 

Museumwaardig

Robert Rinzema heeft de Nova Cura met veel liefde, aandacht en vakmanschap gerestaureerd naar een zeilend vrachtschip (A status Nationaal Register Varende Monumenten). Rond 2012 is de restauratie voltooid.

De Nova Cura is in oude glorie hersteld voor het nageslacht.

De roef van de Nova Cura, onze tweede huiskamer

Paul Wijk neemt op 20 april 2018 het stokje over van Robert Rinzema.