De taken van de bemanning/gasten van de Nova Cura

Als we willen zeilen met de Nova Cura, dan moeten we dat samen doen.
Er zijn minimaal 4 extra mensen nodig, maar meer is fijner.
In dit stuk gebruiken we allerlei scheepstermen, als je de betekenis ervan nog niet kent, dan kun je die lezen op de infopagina Scheepstermen.

Dit zijn de zaken die moeten gebeuren:

Gezamenlijk: schip zeilklaar maken

Eerst zorgen we dat het dek leeg is, zodat we goed kunnen werken. Dat is het weghalen van de was, de waslijnen en opbergen van hangmatten en fatboys.

Dan halen we de huiken (hoezen) van de zeilen af en bergen ze veilig op.

Af- en aanmeren is een taak van schipper en matroos. De bemanning zit dan op het middendek. Bij het afmeren is het belangrijk om de gangborden vrij laten zodat de matroos ongehinderd een spurtje naar het achterdek kan maken als dat nodig zou zijn.

Als we voor anker liggen, dan helpt de bemanning met het opdraaien van de ankerlier, een taak voor kinderen of een sterke man alleen. Judith kijkt ondertussen over de rand of het anker goed omhoog komt.

 

Zeilen hijsen

We varen op de motor de haven uit en zodra we op ruim water zijn, stuurt de schipper het schip met de kop in de wind. In die positie kunnen we de zeilen hijsen.

Eerst gaat het grootzeil omhoog. Het is een enorm zeil en het kost dus aardig wat menskracht om het te hijsen. Daar doen we wel met de lier, dat maakt het werk makkelijker. Het grootzeil hijsen we met 4 vrouwen of 2 mannen die om en om aan de lier draaien. De matroos houdt toezicht op het hijsen en er is iemand die klotendienst heeft, hij of zij let op of alle rakbanden goed mee omhoog gaan er er niets blijft haken. De matroos bedient de lier. Tijdens het hijsen staat er ook iemand op het achterdek bij de schoot van het grootzeil om dit te vieren als het zeil eenmaal ‘staat’.

Als het grootzeil staat, gaat de fok omhoog. Een of twee mensen hijsen de fok met de fokkeval omhoog. Op het voordek staan ook twee mensen: eentje laat de neerhaler meelopen tijdens het hijsen, de ander viert de schoot om te zorgen dat er geen spanning op de fok staat. Een zeil waar de wind al vat op heeft, is veel zwaarder om te hijsen.

 

Taken van de bemanning tijdens het zeilen

Tijdens het zeilen is er een voordek team, een middendek team en een achterdek team.

Het voordekteam bedient de schoot van de fok. Als de wind van richting verandert of het schip, moet de stand van de zeilen mee veranderen. Dat doen de fokkemaatjes door het laten vieren of aanhalen van de fokkeschoot.

Als we overstag gaan (het zeil gaat dan naar de andere kant van het schip) houden de fokkemaatjes de fok bak. Hier kun je lezen wat dat is en hoe fok bak werkt.

Fok bak houden

Het middendekteam bedient de bakstagen

De bakstagen houden de mast op z’n plek (net als de zijstagen en een voorstag). Als zeil gehesen is, en de giek zwenkt uit naar bakboord of stuurboord, zitten die bakstagen in de weg. Daarom wordt tijdens het zeilen altijd 1 bakstag uitgehaakt, zodat het zeil de ruimte heeft om op te bollen. De andere stag moet juist stevig vast blijven zitten, want die heeft nog altijd de functie om de mast vast te houden.

Bij het overstag gaan, gaat de giek naar de andere boeg. Tijdens het overstag gaan wordt de ene stag weer vast gezet en de andere los gemaakt. Twee mensen doen het aanhalen, eentje maakt de stag los.

Het achterdekteam

De bemanningsleden die assisteren op het achterdek bedienen de grootschoot, de schoot van het grootzeil. Om die schoot binnen te halen heb je zeker twee mensen nodig, dat is zwaar werk. Het vieren van de schoot is uiteraard makkelijker maar moet wel heel gecontroleerd gebeuren.

Op het achterdek is ook hulp welkom bij het navigeren. Kinderen kunnen hier goed bij helpen. Ze speuren in de verte naar de volgende boei en houden op de kaart bij waar we precies zijn.

Als we op de motor varen of bij rustig zeilweer kunnen bemanningsleden het roer van de schipper overnemen en het schip varen.

Opdoeken

Als we stoppen met zeilen laten we het zeil zakken. Die enorme lap zeil valt dan op het dek en die gaan we dan samen opdoeken. Het zeil wordt ingerold en met zeiltouwtjes vast gezet. Tenslotte gaan de huiken weer over de zeilen en kunnen we weer relaxen!