Onder de oostpunt van Schiermonnikoog ligt een mooie diepe vaargeul. Als je precies na het laatste duintje richting het eiland vaart, dan loop je vast op een mooie vlakke plaat. Als het dan laagwater wordt, lig je eigenlijk op het strand en kan je zo van het schip stappen om dit ongerepte deel van het eiland te verkennen.
Zeilen op de Waddenzee: fok bak
Als je ergens heen wilt zeilen, maar je hebt de wind tegen, dan kun je er toch komen door te kruisen. Je houdt dan de wind schuin voor het schip, dat noemen we ‘aan de wind zeilen’, waardoor je in ieder geval snelheid maakt. Als je kruist, maak je een hoek van 90 graden, en zo kom je zigzaggend waar je wezen wilt.
Je moet dan regelmatig ‘overstag’: je stuurt je schip scherp naar de wind toe zodat de zeilen naar de andere kant van het schip gaan. Bij zo’n manoeuvre kan je makkelijk ‘hoogte verliezen’. De hoek wordt dan te groot en je zakt teveel terug. Zo kom je niet veel dichter bij je doel en dat is natuurlijk niet de bedoeling.
Door de fok ‘bak’ te houden, voorkom je dan. Het zeil van de fok is dan al overstag, maar de boom nog niet. Daardoor komt er meer druk op het voorschip en wordt de bocht sneller en scherper gemaakt.
Wij zeilen ons schip net zoals schippers dat 100 jaar geleden deden: met weinig techniek en veel spierkracht. De manier om de fok bak te houden is dus om met de hand de boom tegen te houden, net zolang totdat de giek over is naar de andere kant of totdat je het niet meer kunt houden natuurlijk.
Michael had bij ons die taak op de tocht van Ameland naar Lauwersoog. Een sterke vent, die na een keer of 10 keer overstag de slag goed te pakken had!
Wil je mee zeilen? Bekijk op Reisagenda 2024 het aanbod.
Droogvallen bij de Oostpunt van Schiermonnikoog
Dit is nou droogvallen. Gedurende laagwater ligt het schip ‘droog’.
Natuurlijk kun je prachtig langs het eenzame strand lopen, schelpen zoeken, een aangespoelde kleine zeehond treffen en paal 16 bewonderen.
Maar nog leuker is het om een klein pad in te slaan en door het duinlandschap te wandelen. Ook begin september bloeide er nog genoeg om heel vrolijk van te worden.
Hier kijk ik uit over de waddenkust, waar kleine geulen inkepingen maken in het eiland. Je kunt daar niet langs wandelen, want je zakt diep weg in het slik. Bij het teruglopen naar de boot zagen we een visarend, met een vis in zijn klauwen. Daar hebben we geen foto van, we konden alleen maar vol bewondering kijken naar dat prachtige grote dier.
Wat een prachtig landschap. Ook Stefanie genoot van deze verrassing.
Verrassingen horen echt bij de Go With the Flow reis, want we zwerven over het wad en zoeken avontuurlijke routes en plekken uit. Het is ook voor ons een leuke uitdaging om altijd weer iets nieuws te ontdekken op het Wad.
Goed gelukt deze keer.
Go with the flow staat ook dit jaar weer op ons programma. Ga je mee?
Onze Yogajuf op Schier
Als we op Schier zijn, gaan we graag met onze gasten naar het strand om een yogales bij Josine te volgen. Daarna drinken we koffie bij strandpaviljoen Paal 3. Judith en Josine kennen elkaar al 25 jaar en aan het eind van dit bericht zal ik je vertellen waarvan. Maar eerst meer over Josine, zodat je weet met wie je in zee gaat deze week!
Josine en Schier
“Als jong meisje neemt mijn oma mij mee naar de West om zeldzame bloemetjes te zoeken, met een loep. We plukken stiekem eentje van ieder soort om te kunnen drogen, zodat ik altijd het eiland bij me heb als ik weer thuis ben. Mijn oma vond het belangrijk dat ik de natuur leerde kennen van het eiland. Ik herinner mij vooral haar toewijding en verbinding met deze grond. Ze ging ook nooit ‘naar de wal’. Schiermonnikoog was haar thuis. Met mijn vader zoek ik cantharellen in een van de weilanden en met mijn broer en zus bouw ik hutten van hout in de zee bij paal 7. We eten verse tongetjes op het strand. Zomers achter elkaar brachten we zo met elkaar door. Strand, natuur, puur. Het eiland is een onderdeel van mijzelf geworden.
Yoga aan zee
Sinds 2010 woon ik met mijn man en twee kinderen op het eiland, en het voelt als vanzelfsprekend. Ik begin met een klein yogaklasje voor mij kinderen in de huiskamer, wat al snel uitgroeit tot een professionele onderneming voor iedereen. Yoga aan zee, in de duinen, bij het Wad; iedere plek biedt weer iets anders, iets nieuws. De luchten veranderen voortdurend, het tij zorgt voor een steeds veranderend strand. Het verveelt nooit, er is altijd iets nieuws te ontdekken. In de natuur en ook in mijzelf.
Natuuryoga
Inmiddels na 7 jaar, is natuuryoga in de elementen echt mijn specialisme geworden. De vier elementen; aarde, water, vuur en lucht zijn een prachtige basis om mee te werken. We vinden de elementen in de natuur, in de yoga en natuurlijk in onszelf. Net als bij yoga gaat het om de balans tussen alle elementen. In verbinding met de natuur brengt yoga een oneindige bron van kennis en zelfreflectie mee.
Dit gevoel, deze verbinding, probeer ik door te geven, aan jong en oud, ervaren of onervaren yogi. Mijn lessen zijn laagdrempelig, eerlijk en puur
Josine en Judith
Josine en Judith komen elkaar voor het eerst tegen in 1995 in Utrecht. Judith werkt als presentatrice bij de AVRO en ontwikkelt een nieuw spectaculair kinderspelprogramma, de Droomshow. Ze vraagt Josine in het productie team. Bijna vier jaar werken ze met heel veel plezier samen aan dit succesvolle jeugdprogramma.
Jaren later komen ze elkaar weer tegen op het strand van Schiermonnikoog waar Josine dan inmiddels woont – Judith doet mee aan een yogales. Ze besluiten het vertrouwde contact weer op te pakken!
Als Judith met haar vriend Paul eigenaar wordt van de klipper Nova Cura, smeden ze samen een bijzonder plannetje voor een unieke yogareis: Natuuryoga !
Wat zeggen anderen over Josine?
“ik heb over de hele wereld yoga gedaan, maar dit was echt de leukste les ooit! Je maakt echt gebruik van alles in de natuur, ik voelde me zo verbonden. Dankjewel!”
“Ik voel me de hele dag gewoon fit! Zo heerlijk ontspannen en toch heb ik het gevoel dat ik veel gedaan heb, heerlijk!”
“Echt waardevol wat je doet, het deed ons goed ons zo verbonden te voelen”
Ben je er klaar voor?
Heb je zoveel zin gekregen in deze bijzondere Yogaweek met Josine op Schier en op de klipper Nova Cura, reserveer dan een plek aan boord.
Je kunt Judith mailen op judith@klippernovacura.nl of bellen: 06-54 266 265
En ben je al eerder op Schier, doe dan vooral mee met een open les van Josine op het strand. Op haar website vind je de details: www.yogaopschiermonnikoog.nl
Kan je niet wachten?
Doe dan vast mee met deze korte les vanaf het strand.
Het einde van het schelpenpad?
Het maakt het Waddengevoel compleet…
Dat heerlijke knisperende geluid van je fietsbanden over het schelpenpad. Geniet er maar van, want de schelpenpaden gaan langzaamaan tot het verleden behoren.
De Waddeneilanden zoeken een alternatief voor de schelpenpaden, het is ‘niet meer van deze tijd’.
Elk jaar wordt 600 hectare zeebodem omgeploegd om schelpen voor de paden op te halen. Daarmee wordt het bodemleven verstoord. Het aantal schelpen is ook eindig. Bovendien worden ze eerst naar Zoutkamp gevaren en dan naar de eilanden, waar ze weer over de weg moeten worden vervoerd. Het is belastend voor het werelderfgoed.
Natuurmonumenten is ook niet blij met de schelpenwinning in de Waddenzee. Schelpen gaat het ‘wandelen’ tegen van onbewoonde Waddeneilanden en wadplaten zoals Griend (tussen Harlingen en Terschelling). De zware schelpen houden de vogeleilanden op hun plek.
Wij vinden het ook jammer, maar we begrijpen het wel. Dan moet het voortaan maar zo met het schelpengevoel….
Geniet nu nog volop van de schelpenpaden op een van onze reizen naar de Terschelling, Vlieland, Ameland en Schiermonnikoog.
Droogvallen
De Nova Cura is een platbodem. Daarmee kun je over ondiep water varen en ‘droogvallen’ op het Wad. Je ligt dan een poosje op de zeebodem. Een heel bijzondere ervaring die we onze gasten graag geven. In dit artikel lees je wat het is, waarom we het soms móeten doen, wat je dan zoal meemaakt en wat er kan gebeuren als je ongewild droogvalt.…
Wat is het?
Droogvallen betekent dat je met je schip bewust op een plek in de Waddenzee vastloopt. Ofwel je schuift je schip op een zandbank of je gooit het anker uit op een ondiepe plek. Dat doe je twee á drie uur voor laagwater. Het water staat dan nog rondom het schip, maar is niet dieper dan ongeveer een meter. Dan wacht je.
Het water stroomt langs het schip en trekt langzaam weg totdat het eb is en je op een grote zandplaat ligt. Dan kun je afstappen en rondom het schip gaan wandelen. Daar heb je een uurtje of twee de gelegenheid voor en dan gaat komen de waterranden weer langzaam dichterbij totdat het schip omsloten is door water. Als het schip weer begint te bewegen, ben je los en kan je weer vertrekken. Een uur of drie na laagwater. Je voelt dat, maar je ziet het ook altijd in het schip, als de hanglampen weer gaan schommelen.
Over het Wantij
Je kunt voor de lol droogvallen, maar het kan ook een noodzakelijk onderdeel van de route zijn. Want wanneer je van het ene Waddeneiland naar het andere zeilt, passeer je vaak een wantij. Dat is de plek onder een eiland, waar de vloedstromen elkaar tegen komen. Het water stroomt vanuit de Noordzee door de zeegaten en vult in een uur of zes de Waddenzee. Onder de eilanden ontmoeten de vloedstromen elkaar. Bij windstil weer zie je dat aan het water. Er loopt dan een kronkelige lijn over de zee van kleine stukjes plantaardig afval. Dat is de ontmoetingsplaats van de getijdestromen: het wantij.
Omdat de stromingen daar tegen elkaar opbotsen, is er door het meegevoerde zand op die plek een soort heuvel gevormd. Het is daar dus extra ondiep en je kunt er alleen bij hoogwater overheen. Een cyclus van eb en vloed duurt ca 11,5 uur en het moment van hoog- of laagwater wisselt daarom per dag.
Je probeert je tocht zo te plannen, dat je met hoogwater het wantij passeert, maar soms past dat niet in de dagplanning. Dan stuit je op een wantij, loop je vast, val je droog en moet je wachten totdat het water weer hoog genoeg is om verder te kunnen.
Het gebied op deze kaart is het vaargebied van de Go with the Flow reis, in de laatste twee weken van augustus. Op deze pagina vind je alle informatie over die bijzondere reis.
Een groene weide in het water
Dat overkwam ons tijdens een tocht van Schiermonnikoog naar Ameland, in de zomer van 2019 tijdens het Eiland Hoppen met gezinnen. We wisten dat we het wantij niet konden passeren en gingen daar vlakbij voor anker. Het is altijd even zoeken naar een geschikte plek op de kaart. Als je je schip neerlegt aan de rand van een steile zandbank, kom je bij het droogvallen helemaal scheef te liggen. Dat is niet zo comfortabel. Daarom moet je op de kaart een vlakke bank uitzoeken.
Die hadden we gevonden en we gooiden het anker uit. Het regende en omdat we niet veel anders konden dan wachten en kinderen aan boord hadden, gingen we naar binnen en deden spelletjes. Na anderhalf uur stopte de regen en ik keek door het patrijspoortje om te kijken hoever het water gedaald was. Ik zag de zeebodem, maar het was groen om mij heen. Het leek wel alsof we in een weiland lagen! We lagen midden in een mosselbank.
Eten van de zeebodem
De kinderen werden direct enthousiast en wilden mosselen plukken. Nu stond er nog een klein emmertje mosselen aan dek, dat Tibor de dag ervoor met veel moeite op het Schierse wad had verzameld. Die zijn we eerst gaan klaarmaken. Want je moet toch wel weten of het lekker is, voordat je dieren van hun plek trekt. Het was werkelijk verrukkelijk! En dus rekenden we uit hoeveel mosselen we nodig hadden en plukten ze van de zeebodem. Er was zoveel, het was in een mum van tijd gebeurd. Die mosselen hebben we de volgende avond gegeten. De ene helft op z’n Belgisch met bier en mosselgroenten, de andere helft Thais, met pepertjes en koriander en kokosmelk. Hoewel kinderen mosselen vaak eng vinden, aten ze allemaal mee.
Vastgelopen op de hoogste bank
Soms val je ongewild droog. Dan loop je echt vast, zoals tijdens de Spelevaartocht in juli 2019. We gingen op ontdekkingstocht op het Oostwad. Dat is het gebied tussen Lauwersoog en de Eemsmond. Het is een prachtig gebied, heel stil en dat komt ook omdat veel schepen daar niet kunnen varen omdat het er zo ondiep is.
Ons reisdoel was de oostpunt van Schiermonnikoog. De wind was stevig en door een rare samenloop van omstandigheden konden we niet op tijd overstag en voeren met flinke snelheid de rand van de geul op. We zaten vast, naar wat bleek op de hoogste zandbank van Groningen. Het was op dat moment hoogwater en hoger zou het die dag ook niet meer worden.
Wachten op springtij
Oei. We moesten dus wachten op het volgende tij, 12 uur later. Dat had zin, want het was bijna springtij. In een maand beweegt de hoogte van de vloed mee met de maanstand. Bij volle en nieuwe maan is het water het allerhoogst, in de weken ertussen het allerlaagst. Er zouden dus nog wat centimeters bijkomen, de wind was westelijk dat zou ook extra water vanuit de Noordzee betekenen.
Bij laag water gooiden we het anker uit en trokken de ketting helemaal uit. We sjouwden samen het anker 20 meter verderop naar de vaargeul. Het idee was, dat we bij hoogwater de ketting binnen zouden halen, waardoor we het schip met spierkracht in de richting van de vaargeul zouden trekken. Het eerstvolgende hoogwater was om 12 uur ’s nachts.
Gestrand
In de tussentijd moesten we ons maar vermaken op het wad, dus de groep ging onder leiding van Annette tekenen. Om middernacht, na een gezellige avond met aardig wat wijn, stonden we met z’n allen achter de ankerlier. Met vier man/vrouw tegelijkertijd en regelmatige verversing van de ploeg, gooiden we het wiel van de lier rond. Metertje voor metertje trokken we ons schip daarmee in de richting van het anker. Heel langzaam kwam er beweging in. We draaiden met man en macht, maar we kwamen niet los. Omdat vloed overdag altijd iets hoger is en we nog iets dichter bij het moment van springtij kwamen, hadden we goede hoop. Met die positieve gedachte gingen we onze kooi in.
Loskomen
De volgende ochtend haalden we de truc met het anker in de vaargeul nog een keer uit. We dronken koffie op het wad, zwommen en deden er yoga. Het water kwam onze kant op en kroop langzaam omhoog langs de romp van het schip. De peilstok gaf om 12 uur 90 centimeter waterdiepte aan. Het werd nu echt spannend… nog een paar centimeter… en we dreven weer!
Luid gejuich onder de bemanning en gasten natuurlijk. We zetten snel zeil en koersten naar Schiermonnikoog. Na 24 uur op het mistige wad gingen we de zomerzon weer tegemoet.
Droogvallen. Onze gasten willen dat allemaal graag meemaken, het hoort echt bij een Waddenvakantie, maar het kan niet altijd. Want je moet een goede vlakke plek vinden, het moet overdag in de planning van de tocht passen en het moet niet te hard waaien. Maar als het lukt, is het een geweldige ervaring! Ook al gebeurt het ongepland.
Judith’s droom….
Leuk dat je dit verhaal wilt lezen. Het is ontstaansgeschiedenis van de Go with the Flow reis. Met mijn Nova Cura lied tot besluit. Liefs, Judith
Waddenretraites.nl
Dat was de eerste domeinnaam die ik claimde toen het plan ontstond een schip te kopen. De tweede was Klippercruises.nl. Het gaf goed weer wat mijn visie was bij het aanbod dat ik in gedachten had.
De bruine vloot kende ik van de paar keer dat ik een weekend meezeilde; als kind met mijn ouders en later nog eens met vrienden om mijn afstuderen te vieren. Dat waren fijne herinneringen, maar ook associaties met donker, primitief, dicht op elkaar, veel drank en een echt groepsgebeuren. Allemaal dingen waar ik zelf niet zo van houd.
De Witte vloot
Mijn beeld bij ons eigen schip was het omgekeerde: licht, fris en comfortabel met ruimte voor jezelf. Het reisdoel zou niet zijn dat je jezelf dagelijks lam drinkt, maar juist dat je klaarwakker wordt. Dat je ogen opengaan voor de schoonheid om je heen en je tot jezelf komt. Ik zag alleen Duitse groepen op deze schepen en wilde de Nederlandse markt heroveren.
Ik had beelden van lichte tweepersoonshutten met bedden die apart en aan elkaar konden, met elk een eigen badkamertje. Een ruime salon met hangbanken, een grote keuken.
Ik zou de markt innoveren en de upgrade versie van de oude bruine vloot gaan realiseren: de witte vloot.
Tussen droom en daad….
Met dit prachtige ideaal gingen we op botenjacht. Maar zoals dat gaat met idealen, liep ik al snel tegen allerlei hindernissen aan.
Bij zo’n plan voor een luxe schip hoort een groot schip, richting 35 meter. Oef, dat is echt een enorm geval. En met die lengte en diepte kan je niet overal in de Waddenzee komen, zeker niet op de mooie en stille plekjes. Bij zo’n plan hoort ook een schip dat toch al aan verbouwen toe is, maar zeiltechnisch juist wel goed is. Dat bleek een zeldzame combinatie.
We wilden ook een grote roef, want Paul zou zijn huis verkopen, en dan moesten de kindjes natuurlijk ook ergens slapen. Dan was er een budget om rekening mee te houden. En de factor tijd: hoe organiseer je een grote scheepsverbouwing in Harlingen als je zelf in Utrecht woont en druk bent met je eigen bedrijf? Tot slot hadden de boekingsbureaus niet veel fiducie in ons plan. Deze bureaus zijn vooral aangehaakt op de Duitse markt: families, scholen en verenigingen die elk jaar komen zeilen. Het bruine vloot idee was nog springlevend.
Waddenretraites.nl was te ambitieus en onhaalbaar.
En toen was daar ineens de Nova Cura
Ze lag met haar 25 meter prinsheerlijk in de museumhaven van Leeuwarden. Op een regenachtige novemberdag in 2017 stapten wij aan boord. We kwamen het schip binnen en dachten direct: ja, dit kan ons thuis zijn. Het was ook een thuis; het thuis van Robert Rinzema, hij woonde al 13 jaar op het schip.
Elk hoekje en gaatje had hij onder handen genomen, overal waar ik keek zag ik mooie details die met liefde aangebracht waren. Zijn droom was om het schip in originele staat te brengen. Dit bootje was helemaal tiptop, vanbinnen en van buiten. We zijn een week later met Paul’s kinderen gaan kijken en hebben direct een bod gedaan en drie dagen later was de koop rond. (Paul en Robert op de foto)
Zeilen hijsen en varen maar
We stapten begin 2018 gewoon de business in. We maakten een website, zochten een boekingsbureau en kregen inderdaad Duitse kegelclubs die, jawohl, na het ontbijt aan het bier gingen en doordronken tot middernacht. We zochten een partner en vonden reisbureau 60plusendus, voor wie we reizen uitzetten vanaf Dokkum naar Schier. In de schoolvakantie vonden we zelf via Facebook leuke families voor het waddenhoppen (toch een beetje een klippercruise!). We probeerden, we liepen vast en kwamen weer los, we leerden heel erg veel nieuwe dingen en het bedrijf begon te lopen.
De eerste retraite
Een van de hoogtepunten was de ondernemersretraite met onderneemsters van het netwerk Entre Femmes. Daar leerde ik dat je helemaal niet zoveel hoeft toe te voegen aan een programma om er een retraite van te maken. De kern van deze retraite was niet de stilte, maar de afstand tot het dagelijkse leven. Met afstand daarnaar kijken, voelen waar je zelf nu staat, waar je verlangen ligt en of je bedrijf nog steeds goed past bij wie je nu bent. Ik voegde wat spelregels en een paar eenvoudige oefeningen toe en het schip, de wind en de golven deden de rest.
Maar de grootste ontdekking was toch wel de natuur
Ik kende Friesland en de meeste eilanden redelijk maar toen ik er echt in ondergedompeld werd, ging er een wereld voor me open. We lagen op een zomerse namiddag aan een steiger op een eilandje in het Lauwersmeer. Ik hoorde geen verkeer in de verte, ik zag geen vliegtuigstrepen in de lucht boven me, ik hoorde de boompiepers in de wilgen achter me, het ruisen van de bomen, de meerkoetjes rond het schip. Ik sloot mijn ogen, dommelde weg maar werd ineens wakker van een geluid dat me direct deed denken aan de motor van een wat ouder schip. Maar toch klonk het anders. Ik kwam nieuwsgierig uit mijn coconnetje en zag aan de overkant van het water een groep aalscholvers heel wild in het water bewegen. Ze fladderden op en storten zich daarna direct in het water. Dan nam een ander groepje die beweging over. Na een paar van deze wilde dansen zette de groep zich in beweging, in een duidelijke richting, en tijdens het zwemmen doken ze telkens met hun kop onderwater. Ze hadden een school vissen te pakken gekregen! Ze hadden ze bij elkaar geplonsd, opgejaagd en toen kon het grote schransen beginnen. Wat een samenwerking, zonder afspraken, zonder taakverdeling.
En vervolgens wordt het weer rustig, hoor je de boompiepers weer en wat lachende kinderen in de verte.
Sprietsgeluiden
Dit is maar een van de ervaringen. Ik heb mijn ogen uitgekeken naar de eindeloze luchten. Uren vanaf het dek gekeken naar het wad en hoe alle stromen langzaam leeglopen. Op een gegeven moment hoor je overal kleine sprietsgeluiden. Ik weet het, het woord bestaat niet, maar de wormen maken het. Als het water weg is, komen ze uit de zeebodem naar boven en duwen uit dat holletje een klein straaltje water omhoog. En ze zijn met een heleboel. Dan komen de scholeksters en kanoeten om wormen te eten en schelpjes open te wrikken. De lepelaars strijken neer in de vaargeul en gaan garnalen oplepelen. En dat komt elke 12 uur terug, het gaat maar door. Al zolang de aarde bestaat. Een oerritme.
Die ontdekkingen wil ik met anderen delen.
Omdat het prachtig is. Het ontspant. Je voelt je éen met de natuur, nietig en dankbaar. Omdat het zo dicht bij huis is, zo Nederlands en ook niet vanzelfsprekend… Hoe zal de invloed van klimaatverandering hier uitpakken? Hoelang houden die eilanden het als de zeespiegel stijgt? Het is een wereld die er nu nog is, en die je zoveel te bieden heeft. Waarom zou je naar een wellness resort in Thailand vliegen als je vlakbij huis als deze natural wellness vlak om de hoek ligt?
De afgelopen twee jaar hebben we veel gasten aan boord gehad voor wie dit gebied een ontdekking was. Vijf dagen op het Wad voelde voor hen als twee weken weg. Ze hadden de getijden nooit aan den lijve ervaren. Ze genoten van de vertraging en daalden als het ware neer. Dat is wat die natuur met je doet.
Return of the Retraite
Wij hebben na twee jaar onze bakens verzet. We varen alleen in het voorseizoen rond de volle havens en drukke routes vanuit Harlingen, want ook die dynamiek heeft z’n charme. Eind juni trekken we door Friesland naar de Oostkant van de Waddenzee. We organiseren daar tochten vanuit Lauwersoog, over het Lauwersmeer, naar Schier en Ameland, naar het Oostwad, naar niemandslanden.
De waddenretraites hebben vorm gekregen in de Go with the Flow reizen en met de yogaretreats op en rond Schier zijn we inmiddels toen aan de tiende versie.
Ook al laat je je plannen varen, een droom komt uiteindelijk toch op z’n pootjes terecht.
Om het gevoel uit dit verhaal te illustreren, deel ik met jullie de tekst van mijn Nova Cura lied. Ik wil het met plezier voor je zingen, aan dek, met een glas wijn bij de ondergaande zon.
Het Nova Cura lied
Mijn leven zit vol plannen, van ’s ochtends vroeg tot laat
Er is zoveel te doen, de klok die slaat de maat
Dan rijd ik naar het Noorden, naar het einde van het land
Daar ligt mijn scheepje klaar, we varen van de kant
Refrein:
Ik laat mijn plannen varen op de golven van de zee
De wind neemt mijn gedachten in flarden met zich mee
Je hebt je maar te schikken, naar de wind en naar het weer
Als er minder kan, dan is er zoveel meer
We zien de koeien grazen, langs de randen van de vaart
Daarnaast de witte reiger, die naar een visje staart
De wind blaast ons vooruit, de zon kleurt mijn gezicht
Dan strijken we de zeilen, de haven is in zicht
Refrein:
Ik laat mijn plannen varen op de golven van de zee
De wind neemt mijn gedachten in flarden met zich mee
Je hebt je maar te schikken, naar de wind en naar het weer
Als er minder kan, dan is er zoveel meer
We liggen aan de steiger, we staren naar het wad
De stroom die komt en gaat, wat droog was wordt weer nat
De vogels komen eten, wij nemen nog een glas
Zo vieren we het leven, zoals het altijd was
EN DAN HET REFREIN NOG EEN KEERTJE…..
Ga je mee? Hier vind je alle informatie over deze bijzondere reis!
Zeilen op de Waddenzee
Bekijk hier de vijfdaagse ontdekkingsreis over het Oostwad.
Perfect plannen of Go with the Flow?
Margriet zit op het achterdek met de zeekaart voor haar neus en een verrekijker in de aanslag. Ze speurt aan de horizon naar de volgende boei. Al snel is de rode boei aan bakboord in zicht: de GS10! Gelukkig, we zitten goed op koers richting Schier.
Hans staat voor aan dek met een peilstok. Elke paar meter steekt hij de stok in het water. Zitten we al bijna op de zandbank of kunnen we nog een stukje verder? “1 meter 20!” roept hij naar schipper Paul op het achterdek, die daarop commando geeft om het zeil te strijken. We gaan droogvallen.
Twee voorbeelden van hoe je als bemanning samenwerkt bij het zeilen op de Waddenzee. Je vaart niet zomaar even van A naar B. Je hebt te maken met getijden, stromingen, de wind en het overige verkeer. Hoe dat werkt, leg ik uit in deze blog.
De Waddenzee was een dodelijke fuik
Hollandse scheepslieden lokten in vroeger tijden hun vijanden de Waddenzee op. Ze volgden de Hollandse schepen en voeren onbevangen het weidse water op, kenden de routes tussen de zandbanken niet en liepen binnen de kortste keren vast. Het was een fuik waar de meeste schepen niet levend uitkwamen.
Het is voor mijn onvoorstelbaar dat schippers vroeger deze zee bevoeren zonder goede kaart, zonder betonning en zonder GPS. Ze hadden ongetwijfeld betere zintuigen. Ervaren schippers zien aan de vorm van de golven waar een zandbank is. Ze zien het aan de kleur van het water of de geluiden van de vogels.
Vergeleken bij die tijd is het navigeren op de Waddenzee nu een fluitje van een cent: er zijn uitstekende kaarten, er is betrouwbare en goed zichtbare betonning en als het allemaal niet lukt is er nog de GPS. We kennen ook veel schippers in de bruine vloot die een groot beeldscherm achter op hun roef hebben en real time zien waar ze zijn, wat de diepte is en wanneer ze overstag moeten. Wij hebben altijd onze telefoon met navigatieprogramma bij de hand, maar varen in principe op de kaart en het kompas.
Zeilen door een rivierengebied
Zeilen op de Waddenzee is een kunst op zich. Het lijkt een grote open waterplas, maar dat is het niet. Je kunt het beter zien als een rivierengebied, alleen noemen we die op de Waddenzee geulen. Het onhandige is dat je de loop van deze rivieren niet ziet als je er kunt varen (want dan is het vloed) en als je ze bij laat water wel goed kunt zien omdat de omringende wadplaten droog liggen, dan zijn ze vaak te ondiep om te bevaren. De Waddenzee is dus niet zo’n groot vaargebied als het lijkt, omdat er veel stukken zijn waar je niet kunt of mag varen; de Waddenzee is Unesco werelderfgoed. Sommige stukken zijn beschermgebied voor dieren en niet of slechts een gedeelte van het jaar toegankelijk.
Het plannen van een tocht vraagt voorbereiding
De geulen waardoor je kunt varen zijn uitgesleten door het getij. Het water dat vier keer per dag de Waddenzee in en uitstroomt heeft deze geulen gevormd. Ze zijn ook niet statisch, maar continu in beweging. Rijkswaterstaat brengt de zeebodem elk jaar heel precies in kaart en past de positie van de boeien aan. Daarom moet je jaarlijks een actuele waterkaart kopen van de Waddenzee.
Varen over de Waddenzee is een kwestie van goed plannen. Als je bijvoorbeeld naar Schiermonnikoog wilt, kan dat alleen bij hoogwater. De geul naar de haven is smal en ondiep. Een schip dat maar 50 centimeter steekt kan daar vrij makkelijk doorheen, maar wij, met onze 100 centimeter, kunnen alleen bij hoogwater de haven in. En zelfs dan niet altijd, want hoogwater is niet altijd even hoog.
Springtij en doodtij
Als het springtij is (bij volle of bij nieuwe maan) is het water op z’n hoogst. Vanaf dat moment bouwt het af en een week na volle maan, is de vloed op z’n laagst. Er zijn tabellen waarop je voor elke dag van het jaar, voor elke haven in Nederland, kunt zien hoe hoog of laag het water komt.
Maar niet alleen de maan speelt een rol bij de waterstand, ook de wind.
Een krachtige westenwind blaast het water vanaf de Noordzee de Waddenzee in en doet de waterstand daar stijgen. Oostenwind blaas het water er juist uit. Ik hoorde een verhaal van een schipper die met een mooie westenwind ver het Oostwad opvoer en daar de nacht doorbracht. De volgende dag blies er een sterke wind uit het Oosten. Het water was enorm gedaald en hij kwam pas twee dagen later het wad weer af.
En dan is nog een derde soort tij
Wanneer je van het ene Waddeneiland naar het andere zeilt, moet je over het wantij. Dat is de plek midden onder een eiland, waar de vloedstromen elkaar tegen komen. Het water stroomt vanuit de Noordzee door de zeegaten en vult in een uur of zes de Waddenzee. Onder de eilanden ontmoeten de vloedstromen elkaar. Bij windstil weer zie je dat aan het water. Er loopt dan een kronkelige lijn over de zee van kleine stukjes plantaardig afval. Dat is de ontmoetingsplaats van de getijdenstromen: het wantij.
Omdat de stromingen daar tegen elkaar opbotsen, is er door het meegevoerde zand op die plek een soort heuvel gevormd. Het is daar dus extra ondiep en je kunt er alleen bij hoogwater overheen. Een cyclus van eb en vloed duurt een 11,5 uur en het moment van hoog- of laagwater wisselt daarom per dag. Je probeert je tocht zo te plannen, dat je met hoogwater zo’n wantij passeert, maar soms past dat niet in de dag planning. Dan stuit je op een wantij, loop je vast, val je droog en moet je wachten totdat het water weer hoog genoeg is om verder te kunnen.
De kracht van de stroming
De waterstand bepaalt waar je kunt varen, maar de stroming bepaalt met welk tempo. Na hoogwater gaat het water niet zozeer dalen; het is handiger om je voor te stellen dat het terugstroomt naar de Noordzee. Die stroom is het eerste uur na de kentering (het moment tussen eb en vloed wanneer de stroming tot stilstand is gekomen) zwak, maar neemt snel in kracht toe. Drie uur na hoogwater stroomt het water met een snelheid van 5 knopen terug naar de Noordzee. Een knoop = 1,852 kilometer per uur. Als je stroom mee hebt, vaar je soms wel twee keer zo hard. Als je stroom tegen hebt, kun je zelfs achteruit gezet worden. Je houdt bij de planning van je tocht dus rekening met de richting en kracht van de stroming.
De laatste bepalende factor is de wind
Als zeilschip zijn we afhankelijk van de wind: de richting en de kracht.
De wind in Nederland is vaak westelijk en daarmee vaar je snel van Terschelling naar Schiermonnikoog, maar je moet natuurlijk ook nog terug! We kunnen bij veel winden zeilen, behalve bij tegenwind. Dan moet je tegen de wind in kruisen. Maar al lijkt de zee groot en wijds, de vaargeulen zijn vaak kronkelig en smal. Te smal om daar met een schip van 25 meter soepeltjes te kruisen. De windkracht is van belang bij het berekenen van je snelheid en vaartijden.
Navigatie is een mooie puzzel
Het moge duidelijk zijn: we zijn tegenwoordig voorzien van allerlei gemakken bij het navigeren, maar je vaart niet zomaar even de Waddenzee over. Het is een puzzel van waterhoogte, stroomsnelheid en stroomrichting en windkracht en windrichting. Het vraagt planning en kennis van zaken. Anderzijds: als het anders loopt dan je dacht, kun je altijd nog je scheepje op een zandbank leggen en op je gemak verder gaan als de omstandigheden verbeterd zijn.
Wind en getij maken de dienst uit en het is de kunst om op ze mee te surfen.
Go with the Flow…. Je snapt nu wat dat echt betekent!
Ga je mee zeilen op de Waddenzee?
Bekijk hier de vijfdaagse ontdekkingsreis over het Oostwad.