Als je ergens heen wilt zeilen, maar je hebt de wind tegen, dan kun je er toch komen door te kruisen. Je houdt dan de wind schuin voor het schip, dat noemen we ‘aan de wind zeilen’, waardoor je in ieder geval snelheid maakt. Als je kruist, maak je een hoek van 90 graden, en zo kom je zigzaggend waar je wezen wilt.
Je moet dan regelmatig ‘overstag’: je stuurt je schip scherp naar de wind toe zodat de zeilen naar de andere kant van het schip gaan. Bij zo’n manoeuvre kan je makkelijk ‘hoogte verliezen’. De hoek wordt dan te groot en je zakt teveel terug. Zo kom je niet veel dichter bij je doel en dat is natuurlijk niet de bedoeling.
Door de fok ‘bak’ te houden, voorkom je dan. Het zeil van de fok is dan al overstag, maar de boom nog niet. Daardoor komt er meer druk op het voorschip en wordt de bocht sneller en scherper gemaakt.
Wij zeilen ons schip net zoals schippers dat 100 jaar geleden deden: met weinig techniek en veel spierkracht. De manier om de fok bak te houden is dus om met de hand de boom tegen te houden, net zolang totdat de giek over is naar de andere kant of totdat je het niet meer kunt houden natuurlijk.
Michael had bij ons die taak op de tocht van Ameland naar Lauwersoog. Een sterke vent, die na een keer of 10 keer overstag de slag goed te pakken had!
Deze reis bedenken Josine en ik in de zomer van 2020, omdat het ons geweldig lijkt om yoga en Schiermonnikoog te combineren met onze klipper. Zo gezegd, zo gedaan. Josine wil graag lessen rond de thema’s aarde, water, vuur en lucht in deze reis verwerken. Samen werken we het programma uit en geven het vorm. Zondag 27 juni om 12 uur is het dan zover….
8 yogi’s klauteren in de zeehaven van Lauwersoog aan boord van de klipper Nova Cura. Yogamatten, tassen en rugzakken vallen in het ruim en iedereen vindt haar hut. Inderdaad, alleen dames deze week. De lunch met verse makreelsalade staat klaar en ondertussen gooien schipper Paul en matroos Judith de trossen los. In rustig weer en de wind van achteren, maken we op de fok de korte oversteek naar Schiermonnikoog.
Josine, DE yogadocent van Schier staat klaar in de haven. We leggen aan op de kop van de steiger, met schitterend vrij uitzicht over het Wad.
In de namiddag lopen we met onze matjes naar een grazige plek onderaan de dijk met uitzicht op de kwelder en het zich terugtrekkende water. Daar geeft Josine de eerste yogales. De yoga-ervaringen verschillen van ‘af en toe’ tot ‘elke dag’ en ‘in opleiding tot docent’, maar iedereen doet alles mee. Iedereen weet wat een neerwaartse hond, een boom of een zonnegroet is, maar de zeester kenden we nog niet!
We eten die avond Ayurvedische maaltijdsoep met brood, groente en dipjes. Na het eten hebben we de tijd voor een wat persoonlijker kennismaking. Iedereen is meteen heel open dus we duiken gelijk de diepte in.
Maandag aarde-dag
Voor het ontbijt begeleidt Josine een half uur wake-up yoga op het dek van de klipper en met uitzicht op het wad. Met speciale oefeningen en een korte meditatie introduceert ze het thema aarde. Aarde: ons skelet, onze gronding, het eerste chakra, de basis. Na het ontbijt volgt een uitgebreide les op het strand naast paviljoen Paal 3, waar we nadien samen koffie drinken. Daarna maken we eigen zandkastelen, zonder opdracht en zonder schepje, gewoon voor de lol.
Dan opper ik om te gaan strandzeilen. De wind is mooi en we volgen het Pippi Langkous principe: ik heb het nog nooit gedaan, dus ik zal het wel kunnen. En dat klopt ook, het gaat, het gaat lekker hard en we hebben lol.
Die avond staat er aarde-eten op het menu. Een wortelsalade, geroosterde bieten met hazelnoten en in de oven geroosterde aardappels en paddenstoelen met rozemarijn. Voor het slapengaan ontvangen we van Josine een fijne aardemeditatie op onze telefoon. Deinend op de golven slapen we in.
Dinsdag water-dag
De waterdag op dinsdag leidt Josine in met een lange les onderaan de dijk. Het waterelement correspondeert met het tweede chakra en gaat over vloeibaarheid, stromen en het voelen van emoties. De les is speels, heeft veel flow en nodigt uit tot creativiteit.
Ondertussen zagen we de op het wad de vloed dichterbij komen en daarmee het moment waarop we de haven zouden verlaten om naar de Engelsmanplaat te zeilen. Ik gaf iedereen uitleg over het zeilen en een eigen taak en rond tweeen verlieten we de haven en met een matig windje en de stroom mee, voeren we rustig naar de plaat. Om vier uur lagen we vast, om zes uur lagen we droog in de geul tussen ‘het Rif’ en de Engelsmanplaat. Hier vindt je heel makkelijk prachtige grote kokkels: ons avondeten!
Hoewel de kokkels het perfecte eten voor en ‘waterdag’ zijn, bewaren we ze toch voor morgen, want ze zijn veel minder zanderig als ze een nachtje hebben kunnen spoelen. Het is tenslotte vandaag geen ‘zanddag’. Het lucht-eten komt dus op tafel: Vietnamese gourmetten. En ondertussen stroomt het water onder ons door, want de zee is weer opgekomen, net zoals hij vannacht weer weg zal stromen terwijl wij lekker liggen te slapen, helemaal alleen, in volmaakte stilte, midden op het wad…..
Woensdag lucht-dag
Het meest beweeglijke element en is verbonden met ons denken. Lucht zoekt vrijheid. Dat gevoel van vrijheid ervaren we dan ook fantastisch op de Engelsmanplaat, in het niks, de verre weidse uitzichten en de mooie luchten.
We gaan bijtijds het schip af, want nu is het eb, nu kunnen we yoga doen op de plaat. Josine heeft een 40 minuten durende meditatie in beweging op voor ons in petto. Het miezert, dus de jassen gaan aan en de grote speaker vervoeren we in een vuilniszak. Op een gladde drooge zandbank planten we de box in het zand, gaat de muziek aan en staan we daar in de ‘middle of nowhere’ heerlijk te bewegen. Dan komt er een schip onze kant op: de zeehonden Express! 100 meter van ons af varen ze hun schip op de plaat en gaan de toeristen van boord. Ik denk dat ze ons heel raar vinden maar we gaan onverstoorbaar verder met onze missie, samen sterk.
Als we bijna klaar zijn klinkt de scheepshoorn: terugkomen naar het schip want het water stijgt weer. We warmen op bij een stevig ontbijt en koffie en als we daarna naar buiten kijken, zijn we weer helemaal omringd door water. Wat gaat dat toch snel hier. Als de hanglampen binnen weer heen en weer wiegen weten we dat we los zijn, er stroomt weer water onder ons en het anker kan opgehaald worden. We varen de geul uit, hijsen de zeilen en varen weer. Geen zon, maar wel wind en ondanks de spetters blijft iedereen aan dek. We doen zelfs zeilend yoga aan dek, met de haren in de wind.
Onze waterdieren hebben zichzelf inmiddels mooi schoon gespoeld, en komen als Spaghetti Vongole op tafel. Het is verrukkelijk!
Na het eten heeft Josine een verrassing voor ons: een cacao ceremonie. Een speciaal gemaakte drank van havermelk, de puurste chocolade en kruiden. De kruiden worden vers geplukt aan het wad: zeekraal, lamsoor en brandnetel. Niet alle kruiden worden prijs gegeven 🙂
De ceremonie begint al bij het plukken, dan samen de cacao smelten en de drank bereiden. Cacao werkt als een hart opener, verzacht en verbindt. We drinken en lachen er om … niet iedereen vindt het namelijk ‘lekker’… De honing wordt hier en daar gul toegevoegd! Het voelt alsof we als vriendinnen al jaren met elkaar omgaan
Donderdag vuur-dag
Het element vuur correspondeert met het derde chakra, ter hoogte van de onderkant van de maag. Vuur gaat over ambitie, daadkracht en natuurlijk de zon in onszelf. Wat is er nodig om onze ideeën en verlangens ook daadwerkelijk te realiseren. We starten in de vroege ochtend op de pier met een oeroude dans: Cherokee Sundance, Omdat de yoga pas later om 15 uur gepland staat is er daarvoor alle tijd om op de fiets te genieten van Schier. Sommigen gaan samen op pad, anderen zwerven lekker alleen rond, en soms loop je elkaar tegen het lijf op dit kleine eiland.
Voor de vuurles kiest Josine een zonnige plek in het bosgebied ten zuiden van de Berkenplas. Toevallig is het ook lekker warm! De les is afwisselend actief en ontspannend, met de aandacht op onze eigen kracht. We eindigen met de hoofdstand, waarbij iedereen op weg wordt geholpen.
In de avond, na een vurige Indiase maaltijd, geeft Christine, een van de yogi’s ons dansles. Chris heeft jarenlang op wedstrijden gedanst en is een geroutineerd docente. De JBLbox gaat de steiger op en daar, in de warme zomeravond, leert ze ons de basis van de Salsa. We verdelen ons in ‘mannen en vrouwen’ en hebben ontzettend veel lol als we na een half uur daadwerkelijk met elkaar kunnen dansen. Dit was een spontane, vrolijke en passende activiteit voor de laatste avond!
We besluiten de avond rond de tafel met de vraag wat de week gebracht heeft. Alle verhalen zijn openhartig en iedereen is super enthousiast over wat ze deze yogaweek meegemaakt hebben. Het verwarmt ons hart!
Vrijdag, de laatste dag
De zon schijnt, er waait een heerlijk windje en we wandelen samen in stilte naar het Westerstrand. Daar, aan de rand van de duinen op het stille strand, geeft Josine ons de laatste les, waarin alle elementen samen komen. Alles komt bij elkaar.
Na de lunch staat het water weer hoog genoeg om de haven te verlaten. Josine en Daniela blijven op het eiland en zwaaien ons uit. De rest nestelt zich aan dek in de zon en ziet met een licht gevoel van melancholie het eiland steeds kleiner worden…..
Dat was yoga op en rond Schiermonnikoog, een ontdekkingsreis rond de elementen en naar onszelf.
Dat heerlijke knisperende geluid van je fietsbanden over het schelpenpad. Geniet er maar van, want de schelpenpaden gaan langzaamaan tot het verleden behoren.
De Waddeneilanden zoeken een alternatief voor de schelpenpaden, het is ‘niet meer van deze tijd’.
Elk jaar wordt 600 hectare zeebodem omgeploegd om schelpen voor de paden op te halen. Daarmee wordt het bodemleven verstoord. Het aantal schelpen is ook eindig. Bovendien worden ze eerst naar Zoutkamp gevaren en dan naar de eilanden, waar ze weer over de weg moeten worden vervoerd. Het is belastend voor het werelderfgoed.
Natuurmonumenten is ook niet blij met de schelpenwinning in de Waddenzee. Schelpen gaat het ‘wandelen’ tegen van onbewoonde Waddeneilanden en wadplaten zoals Griend (tussen Harlingen en Terschelling). De zware schelpen houden de vogeleilanden op hun plek.
Wij vinden het ook jammer, maar we begrijpen het wel. Dan moet het voortaan maar zo met het schelpengevoel….
De Nova Cura is een platbodem. Daarmee kun je over ondiep water varen en ‘droogvallen’ op het Wad. Je ligt dan een poosje op de zeebodem. Een heel bijzondere ervaring die we onze gasten graag geven. In dit artikel lees je wat het is, waarom we het soms móeten doen, wat je dan zoal meemaakt en wat er kan gebeuren als je ongewild droogvalt.…
Wat is het?
Droogvallen betekent dat je met je schip bewust op een plek in de Waddenzee vastloopt. Ofwel je schuift je schip op een zandbank of je gooit het anker uit op een ondiepe plek. Dat doe je twee á drie uur voor laagwater. Het water staat dan nog rondom het schip, maar is niet dieper dan ongeveer een meter. Dan wacht je.
Het water stroomt langs het schip en trekt langzaam weg totdat het eb is en je op een grote zandplaat ligt. Dan kun je afstappen en rondom het schip gaan wandelen. Daar heb je een uurtje of twee de gelegenheid voor en dan gaat komen de waterranden weer langzaam dichterbij totdat het schip omsloten is door water. Als het schip weer begint te bewegen, ben je los en kan je weer vertrekken. Een uur of drie na laagwater. Je voelt dat, maar je ziet het ook altijd in het schip, als de hanglampen weer gaan schommelen.
Over het Wantij
Je kunt voor de lol droogvallen, maar het kan ook een noodzakelijk onderdeel van de route zijn. Want wanneer je van het ene Waddeneiland naar het andere zeilt, passeer je vaak een wantij. Dat is de plek onder een eiland, waar de vloedstromen elkaar tegen komen. Het water stroomt vanuit de Noordzee door de zeegaten en vult in een uur of zes de Waddenzee. Onder de eilanden ontmoeten de vloedstromen elkaar. Bij windstil weer zie je dat aan het water. Er loopt dan een kronkelige lijn over de zee van kleine stukjes plantaardig afval. Dat is de ontmoetingsplaats van de getijdestromen: het wantij.
Omdat de stromingen daar tegen elkaar opbotsen, is er door het meegevoerde zand op die plek een soort heuvel gevormd. Het is daar dus extra ondiep en je kunt er alleen bij hoogwater overheen. Een cyclus van eb en vloed duurt ca 11,5 uur en het moment van hoog- of laagwater wisselt daarom per dag.
Je probeert je tocht zo te plannen, dat je met hoogwater het wantij passeert, maar soms past dat niet in de dagplanning. Dan stuit je op een wantij, loop je vast, val je droog en moet je wachten totdat het water weer hoog genoeg is om verder te kunnen.
Het gebied op deze kaart is het vaargebied van de Go with the Flow reis, in de laatste twee weken van augustus. Op deze pagina vind je alle informatie over die bijzondere reis.
Een groene weide in het water
Dat overkwam ons tijdens een tocht van Schiermonnikoog naar Ameland, in de zomer van 2019 tijdens het Eiland Hoppen met gezinnen. We wisten dat we het wantij niet konden passeren en gingen daar vlakbij voor anker. Het is altijd even zoeken naar een geschikte plek op de kaart. Als je je schip neerlegt aan de rand van een steile zandbank, kom je bij het droogvallen helemaal scheef te liggen. Dat is niet zo comfortabel. Daarom moet je op de kaart een vlakke bank uitzoeken.
Die hadden we gevonden en we gooiden het anker uit. Het regende en omdat we niet veel anders konden dan wachten en kinderen aan boord hadden, gingen we naar binnen en deden spelletjes. Na anderhalf uur stopte de regen en ik keek door het patrijspoortje om te kijken hoever het water gedaald was. Ik zag de zeebodem, maar het was groen om mij heen. Het leek wel alsof we in een weiland lagen! We lagen midden in een mosselbank.
Eten van de zeebodem
De kinderen werden direct enthousiast en wilden mosselen plukken. Nu stond er nog een klein emmertje mosselen aan dek, dat Tibor de dag ervoor met veel moeite op het Schierse wad had verzameld. Die zijn we eerst gaan klaarmaken. Want je moet toch wel weten of het lekker is, voordat je dieren van hun plek trekt. Het was werkelijk verrukkelijk! En dus rekenden we uit hoeveel mosselen we nodig hadden en plukten ze van de zeebodem. Er was zoveel, het was in een mum van tijd gebeurd. Die mosselen hebben we de volgende avond gegeten. De ene helft op z’n Belgisch met bier en mosselgroenten, de andere helft Thais, met pepertjes en koriander en kokosmelk. Hoewel kinderen mosselen vaak eng vinden, aten ze allemaal mee.
Vastgelopen op de hoogste bank
Soms val je ongewild droog. Dan loop je echt vast, zoals tijdens de Spelevaartocht in juli 2019. We gingen op ontdekkingstocht op het Oostwad. Dat is het gebied tussen Lauwersoog en de Eemsmond. Het is een prachtig gebied, heel stil en dat komt ook omdat veel schepen daar niet kunnen varen omdat het er zo ondiep is.
Ons reisdoel was de oostpunt van Schiermonnikoog. De wind was stevig en door een rare samenloop van omstandigheden konden we niet op tijd overstag en voeren met flinke snelheid de rand van de geul op. We zaten vast, naar wat bleek op de hoogste zandbank van Groningen. Het was op dat moment hoogwater en hoger zou het die dag ook niet meer worden.
Wachten op springtij
Oei. We moesten dus wachten op het volgende tij, 12 uur later. Dat had zin, want het was bijna springtij. In een maand beweegt de hoogte van de vloed mee met de maanstand. Bij volle en nieuwe maan is het water het allerhoogst, in de weken ertussen het allerlaagst. Er zouden dus nog wat centimeters bijkomen, de wind was westelijk dat zou ook extra water vanuit de Noordzee betekenen.
Bij laag water gooiden we het anker uit en trokken de ketting helemaal uit. We sjouwden samen het anker 20 meter verderop naar de vaargeul. Het idee was, dat we bij hoogwater de ketting binnen zouden halen, waardoor we het schip met spierkracht in de richting van de vaargeul zouden trekken. Het eerstvolgende hoogwater was om 12 uur ’s nachts.
Gestrand
In de tussentijd moesten we ons maar vermaken op het wad, dus de groep ging onder leiding van Annette tekenen. Om middernacht, na een gezellige avond met aardig wat wijn, stonden we met z’n allen achter de ankerlier. Met vier man/vrouw tegelijkertijd en regelmatige verversing van de ploeg, gooiden we het wiel van de lier rond. Metertje voor metertje trokken we ons schip daarmee in de richting van het anker. Heel langzaam kwam er beweging in. We draaiden met man en macht, maar we kwamen niet los. Omdat vloed overdag altijd iets hoger is en we nog iets dichter bij het moment van springtij kwamen, hadden we goede hoop. Met die positieve gedachte gingen we onze kooi in.
Loskomen
De volgende ochtend haalden we de truc met het anker in de vaargeul nog een keer uit. We dronken koffie op het wad, zwommen en deden er yoga. Het water kwam onze kant op en kroop langzaam omhoog langs de romp van het schip. De peilstok gaf om 12 uur 90 centimeter waterdiepte aan. Het werd nu echt spannend… nog een paar centimeter… en we dreven weer!
Luid gejuich onder de bemanning en gasten natuurlijk. We zetten snel zeil en koersten naar Schiermonnikoog. Na 24 uur op het mistige wad gingen we de zomerzon weer tegemoet.
Droogvallen. Onze gasten willen dat allemaal graag meemaken, het hoort echt bij een Waddenvakantie, maar het kan niet altijd. Want je moet een goede vlakke plek vinden, het moet overdag in de planning van de tocht passen en het moet niet te hard waaien. Maar als het lukt, is het een geweldige ervaring! Ook al gebeurt het ongepland.
Bekijk hier de vijfdaagse ontdekkingsreis over het Oostwad.
Perfect plannen of Go with the Flow?
Margriet zit op het achterdek met de zeekaart voor haar neus en een verrekijker in de aanslag. Ze speurt aan de horizon naar de volgende boei. Al snel is de rode boei aan bakboord in zicht: de GS10! Gelukkig, we zitten goed op koers richting Schier.
Hans staat voor aan dek met een peilstok. Elke paar meter steekt hij de stok in het water. Zitten we al bijna op de zandbank of kunnen we nog een stukje verder? “1 meter 20!” roept hij naar schipper Paul op het achterdek, die daarop commando geeft om het zeil te strijken. We gaan droogvallen.
Twee voorbeelden van hoe je als bemanning samenwerkt bij het zeilen op de Waddenzee. Je vaart niet zomaar even van A naar B. Je hebt te maken met getijden, stromingen, de wind en het overige verkeer. Hoe dat werkt, leg ik uit in deze blog.
De Waddenzee was een dodelijke fuik
Hollandse scheepslieden lokten in vroeger tijden hun
vijanden de Waddenzee op. Ze volgden de Hollandse schepen en voeren onbevangen
het weidse water op, kenden de routes tussen de zandbanken niet en liepen
binnen de kortste keren vast. Het was een fuik waar de meeste schepen niet
levend uitkwamen.
Het is voor mijn onvoorstelbaar dat schippers vroeger deze
zee bevoeren zonder goede kaart, zonder betonning en zonder GPS. Ze hadden ongetwijfeld
betere zintuigen. Ervaren schippers zien aan de vorm van de golven waar een
zandbank is. Ze zien het aan de kleur van het water of de geluiden van de
vogels.
Vergeleken bij die tijd is het navigeren op de Waddenzee nu een fluitje van een cent: er zijn uitstekende kaarten, er is betrouwbare en goed zichtbare betonning en als het allemaal niet lukt is er nog de GPS. We kennen ook veel schippers in de bruine vloot die een groot beeldscherm achter op hun roef hebben en real time zien waar ze zijn, wat de diepte is en wanneer ze overstag moeten. Wij hebben altijd onze telefoon met navigatieprogramma bij de hand, maar varen in principe op de kaart en het kompas.
Zeilen door een rivierengebied
Zeilen op de Waddenzee is een kunst op zich. Het lijkt een grote open waterplas, maar dat is het niet. Je kunt het beter zien als een rivierengebied, alleen noemen we die op de Waddenzee geulen. Het onhandige is dat je de loop van deze rivieren niet ziet als je er kunt varen (want dan is het vloed) en als je ze bij laat water wel goed kunt zien omdat de omringende wadplaten droog liggen, dan zijn ze vaak te ondiep om te bevaren. De Waddenzee is dus niet zo’n groot vaargebied als het lijkt, omdat er veel stukken zijn waar je niet kunt of mag varen; de Waddenzee is Unesco werelderfgoed. Sommige stukken zijn beschermgebied voor dieren en niet of slechts een gedeelte van het jaar toegankelijk.
Het plannen van een tocht vraagt voorbereiding
De geulen waardoor je kunt varen zijn uitgesleten door het getij. Het water dat vier keer per dag de Waddenzee in en uitstroomt heeft deze geulen gevormd. Ze zijn ook niet statisch, maar continu in beweging. Rijkswaterstaat brengt de zeebodem elk jaar heel precies in kaart en past de positie van de boeien aan. Daarom moet je jaarlijks een actuele waterkaart kopen van de Waddenzee.
Varen over de Waddenzee is een kwestie van goed plannen. Als je bijvoorbeeld naar Schiermonnikoog wilt, kan dat alleen bij hoogwater. De geul naar de haven is smal en ondiep. Een schip dat maar 50 centimeter steekt kan daar vrij makkelijk doorheen, maar wij, met onze 100 centimeter, kunnen alleen bij hoogwater de haven in. En zelfs dan niet altijd, want hoogwater is niet altijd even hoog.
Springtij en doodtij
Als het springtij is (bij volle of bij nieuwe maan) is het water op z’n hoogst. Vanaf dat moment bouwt het af en een week na volle maan, is de vloed op z’n laagst. Er zijn tabellen waarop je voor elke dag van het jaar, voor elke haven in Nederland, kunt zien hoe hoog of laag het water komt.
Maar niet alleen de maan speelt een rol bij de waterstand, ook de wind. Een krachtige westenwind blaast het water vanaf de Noordzee de Waddenzee in en doet de waterstand daar stijgen. Oostenwind blaas het water er juist uit. Ik hoorde een verhaal van een schipper die met een mooie westenwind ver het Oostwad opvoer en daar de nacht doorbracht. De volgende dag blies er een sterke wind uit het Oosten. Het water was enorm gedaald en hij kwam pas twee dagen later het wad weer af.
En dan is nog een derde soort tij
Wanneer je van het ene Waddeneiland naar het andere zeilt,
moet je over het wantij. Dat is de plek midden onder een eiland, waar de
vloedstromen elkaar tegen komen. Het water stroomt vanuit de Noordzee door de
zeegaten en vult in een uur of zes de Waddenzee. Onder de eilanden ontmoeten de
vloedstromen elkaar. Bij windstil weer zie je dat aan het water. Er loopt dan
een kronkelige lijn over de zee van kleine stukjes plantaardig afval. Dat is de
ontmoetingsplaats van de getijdenstromen: het wantij.
Omdat de stromingen daar tegen elkaar opbotsen, is er door het meegevoerde zand op die plek een soort heuvel gevormd. Het is daar dus extra ondiep en je kunt er alleen bij hoogwater overheen. Een cyclus van eb en vloed duurt een 11,5 uur en het moment van hoog- of laagwater wisselt daarom per dag. Je probeert je tocht zo te plannen, dat je met hoogwater zo’n wantij passeert, maar soms past dat niet in de dag planning. Dan stuit je op een wantij, loop je vast, val je droog en moet je wachten totdat het water weer hoog genoeg is om verder te kunnen.
De kracht van de stroming
De waterstand bepaalt waar je kunt varen, maar de stroming bepaalt met welk tempo. Na hoogwater gaat het water niet zozeer dalen; het is handiger om je voor te stellen dat het terugstroomt naar de Noordzee. Die stroom is het eerste uur na de kentering (het moment tussen eb en vloed wanneer de stroming tot stilstand is gekomen) zwak, maar neemt snel in kracht toe. Drie uur na hoogwater stroomt het water met een snelheid van 5 knopen terug naar de Noordzee. Een knoop = 1,852 kilometer per uur. Als je stroom mee hebt, vaar je soms wel twee keer zo hard. Als je stroom tegen hebt, kun je zelfs achteruit gezet worden. Je houdt bij de planning van je tocht dus rekening met de richting en kracht van de stroming.
De laatste bepalende factor is de wind
Als zeilschip zijn we afhankelijk van de wind: de richting
en de kracht.
De wind in Nederland is vaak westelijk en daarmee vaar je snel van Terschelling naar Schiermonnikoog, maar je moet natuurlijk ook nog terug! We kunnen bij veel winden zeilen, behalve bij tegenwind. Dan moet je tegen de wind in kruisen. Maar al lijkt de zee groot en wijds, de vaargeulen zijn vaak kronkelig en smal. Te smal om daar met een schip van 25 meter soepeltjes te kruisen. De windkracht is van belang bij het berekenen van je snelheid en vaartijden.
Navigatie is een mooie puzzel
Het moge duidelijk zijn: we zijn tegenwoordig voorzien van
allerlei gemakken bij het navigeren, maar je vaart niet zomaar even de
Waddenzee over. Het is een puzzel van waterhoogte, stroomsnelheid en
stroomrichting en windkracht en windrichting. Het vraagt planning en kennis van
zaken. Anderzijds: als het anders loopt dan je dacht, kun je altijd nog je
scheepje op een zandbank leggen en op je gemak verder gaan als de
omstandigheden verbeterd zijn.
Wind en getij maken de dienst uit en het is de kunst om op ze
mee te surfen.
Go with the Flow…. Je snapt nu wat dat echt betekent!
Ga je mee zeilen op de Waddenzee?
Bekijk hier de vijfdaagse ontdekkingsreis over het Oostwad.
Elly stapte op 25 juni in Dokkum aan boord van ons schip, om samen met 7 andere passagiers via Zoutkamp en Lauwersoog naar Schiermonnikoog te varen.
Elly stond elke ochtend heel vroeg op en ging er dan op uit om te fotograferen met haar smartphone. Dat leverde heel veel mooie plaatjes op. Dank je wel Elly!